Nederlandse autobezitters gaan in 2016 ongeveer 100 miljoen euro meer betalen aan wegenbelasting dan in 2015. Deze toename komt onder andere door een groeiend wagenpark en een strikter beleid voor vrijstellingen.
Ook past het Rijk een inflatiecorrectie toe. In totaal verwacht de overheid 5,6 miljard euro te innen. Dit meldt CBS op basis van onderzoek naar de begrotingen voor 2016 van Rijk en provincies.
De motorrijtuigenbelasting (MRB) bestaat uit twee delen. Het grootste deel, het Rijksdeel, stijgt met 2,4 procent naar bijna 4,1 miljard euro. Het deel bestemd voor de provincies, ruim 1,5 miljard euro, blijft nagenoeg gelijk.
Opbrengst provincies nagenoeg gelijk
Provincies verwachten 1,5 miljard euro op te halen aan motorrijtuigenbelasting in 2016, net zoveel als in 2015. Ondanks dat het gemiddelde opcententarief van de twaalf provincies met 2,6 procent daalt, zijn de verwachte opbrengsten niet kleiner. Dit komt door de stijging van het aantal belastbare auto’s. Zo zijn onder andere oldtimers en energiezuinige auto’s vanaf 2016 niet meer volledig vrijgesteld van wegenbelasting.
Provincies en Rijk zijn vrij in de besteding van de wegenbelasting. Ze hoeven het geld niet aan wegen te besteden. Voor de provincies is de motorrijtuigenbelasting de belangrijkste inkomstenbron waarop zij zelf, met de hoogte van het opcententarief, invloed kunnen uitoefenen.
(bron: CBS)